Zet Kindbegrip in om goed te (leren) signaleren

Een nieuwe groep, een nieuwe juf of meester, een nieuwe klas, nieuwe dingen om te leren en misschien zelfs wel een nieuwe school. Voor het ene kind spannend en voor de ander juist weer inspirerend en uitdagend. Dat geldt ook voor de onderwijsprofessional zelf: wat voor groep krijg ik, wie zijn de kinderen en hoe zal het gaan die eerste weken?

Misschien herken je het wel als onderwijsprofessional, de nacht voorafgaande aan de eerste schooldag: onrustig slapen met tussen waken en slapen verschillende scenario’s die je ernstig doen twijfelen aan ‘zal het mij lukken morgen’ of ‘kan ik het nog wel’? Begrijpelijke en legitieme vragen in de fase van storming, waarin de groep zich aftastend beweegt ten opzicht van elkaar en van jou als leerkracht: de groep moet zich nog vormen. En toch heb je er weer zin in! Die gezonde spanning op de achtergrond verdwijnt in de eerste seconden van de eerste lesdag als sneeuw voor de zon. Je hebt je goed voorbereid en jouw intenties zijn goed.

Door kijken het leerklimaat verbeteren

Wat mij betreft is de kern van onze intenties als onderwijsprofessional om een leerklimaat neer te zetten waarin het beste uit het kind en de leerkracht geactiveerd wordt. Natuurlijk zijn er nog meer competenties en factoren nodig, maar die laat ik nu even voor wat ze zijn.

Ooit hoorde ik mijn directeur zeggen: ‘Bert, de eerste dagen kijken, kijken, kijken en nog eens goed kijken! Als je dat doet ben ik al heel tevreden’. En hij had gelijk! Hij bedoelde niet observeren (systematisch waarnemen); maar kijken met je hart! Wat zie ik in de ogen, de handen, de bewegingen en de woorden van kinderen en wat doet dat met mij als onderwijsprofessional? ‘En’, zei hij ‘dan pas het boek, het schrift en de leerstof’. Een waardevol advies, heb ik ervaren.

Kindbegrip: een kijkkader

Wat is er mooier dan dat je als onderwijsprofessional niet alleen met je hart kijkt, maar daarnaast ook een kijkkader (een bril waardoor je kijkt) krijgt aangeboden!

Dat wil ‘Kindbegrip’ voor je zijn:
een kijkkader om te kijken met je hart én met ‘de bril’.

Waardoor je je richt op de emotionele, sociale en morele aspecten van zichtbaar gedrag. Kijken door deze bril vanaf het eerste moment dat kinderen de drempel van jouw klas overstappen. Vanuit de Casel-theorie krijg je een duidelijk, wetenschappelijk onderbouwd en bruikbaar kader aangeboden om naar kinderen ‘te kijken’.

Goed observeren is moeilijk

Na of zelfs tijdens de fase van ‘kijken met je hart’ krijg je te maken met vier aspecten die het observeren kunnen bemoeilijken:

  1. Situatief: gedrag wordt in hoge mate bepaald door de omgeving. Thuis, op school en op straat kan een jeugdige dus verschillend gedrag laten zien.  
  2. Relationeel: de interactie bepaalt het gedrag dat je ziet. Jijzelf bent als onderwijsprofessional een niet te verwaarlozen component van invloed; zowel stimulerend als belemmerend.
  3. Relatief: wat is ‘goed gedrag’? Daar bestaat geen maatstaf voor. Beoordelen van gedrag is per definitie subjectief.
  4. Fluctuerend: ondersteuningsbehoeften ten aanzien van gedrag kunnen fluctueren. Soms zie je een hevige toename van bepaald gedrag in een bijzondere periode (verjaardag, sinterklaas, echtscheiding etc.). Ook de ontwikkelingsfase van het kind speelt een rol.

Kindbegrip helpt je

Maar is gedrag dan wel goed te observeren? Kan het wel objectief? Kindbegrip heeft een aantal maatregelen genomen om observeren zo goed mogelijk te kunnen doen:

  • Er zijn drie verschillende observatielijsten (naar leeftijdscategorie) beschikbaar. De leerkrachtvragenlijst bevat 26 stellingen. De vragenlijsten gaan uit van waarneembaar gedrag.
  • Daarnaast zijn er de leerlingvragenlijsten die inzicht geven in de beleving van jouw leerlingen. Er zijn twee leerlingvragenlijsten, één rond Sociaal-emotioneel Leren en een vragenlijst rond Sociale veiligheid. Gezamenlijk met de leerkrachtobservatielijst vormen ze een zo objectief mogelijk beeld. Het taalniveau van deze leerlingvragenlijsten is zo toegankelijk mogelijk. Er is een mogelijkheid om de lijsten te laten voorlezen.
  • Diverse scholingsmaterialen en scholingen (hulpmiddelen, instructiekaarten en e-learning) ondersteunen bij het observeren. Zie hiervoor de achtergrondinformatie in Kindbegrip.
  • We bieden scholingen aan om jullie toe te laten groeien naar jullie gewenste sitautie rond het werken met Kindbegrip. Je vindt alle scholingen hier.

Van groep naar individu

Vanuit het welbekende trechtermodel (zie afbeelding) trechter jij jouw waarneming vanuit de hele groep, naar een deelgroep tot je komt bij enkele individuen waarvoor je specifiek handelen inzet.

Hulp bij het observeren

Het is aan te bevelen om gedurende de beginperiode elke leerling minimaal drie keer door de bril van Kindbegrip te bekijken: een eerste keer zichtbaar gedrag is toeval, de tweede keer is opvallen, en de derde keer kun je aanmerken als patroon. Observeer ook in verschillende situaties: makkelijke en moeilijke situaties voor het kind. Zo kun je een meer betrouwbare waardering geven aan het te observeren gedrag (de stelling). Het hulpmiddel observatieformulier kan je hierbij helpen. Je kunt het downloaden via de achtergrondinformatie in Kindbegrip.

Als je weet waar je op moet letten, ga je het zien

Observeren doe je de hele dag als je met kinderen werkt. Althans, je neemt de hele dag waar. Als je het binnen het kader van Kindbegrip plaatst, dan weet je waar je op moet letten en dan ga je het zien. Dit dient als goede basis voor het genereren van data (invullen) om door middel van analyse te komen tot adequate en bewust gekozen aanpak.

Ook aan de slag met Kindbegrip, of jouw kennis verdiepen? We bieden je verschillende scholingsmogelijkheden!